Programmabegroting 2021

Financiële begroting

2.5 Financiële uitgangspunten

Inleiding
In de kadernota 2021 zijn de kaders neergezet voor de komende jaren. Hiermee zijn de financiële en inhoudelijke uitgangspunten richtinggevend voor deze begroting.

Inflatiepercentages
De inflatiepercentages zijn zoals in de kadernota 2021 is vermeld gelijk gehouden aan de percentages zoals bepaald bij de begroting 2020-2023. Dit gezien de huidige onzekerheden inzake COVID-19. Voor 2024 zijn voor de prijzen en lonen dezelfde inflatiepercentages aangehouden als in 2023.

Belastingen

Voor diverse belastingen worden andere percentages toegepast deze zijn nader toegelicht in paragraaf A. Lokale heffingen.

Renteomslag
Het renteomslagpercentage voor de algemene dienst wordt gehanteerd voor het doorrekenen van rente aan investeringen en als vergoeding voor de inzet van eigen financieringsmiddelen in de exploitatie. In deze begroting gaan we uit van een renteomslagpercentage van 3,75%.
Voor de rentetoerekening aan de grondexploitatie heeft de Commissie BBV specifieke regels vastgesteld, waardoor vanaf het begrotingsjaar 2016 geen rente over de inzet van het eigen vermogen meer mag worden doorberekend. De rentetoerekening aan de grondexploitatie is gebaseerd op het gewogen gemiddeld rentepercentage van de externe leningen naar verhouding vreemd: totaal vermogen. Voor 2020 bedraagt dit percentage 3,28%.
Uitgangspunten voor de bepaling van de renteomslag 2020 zijn:

  • De liquiditeitsprognose 2019-2023;
  • Geplande (vervangings-) investeringen (o.a. MUIP 2020-2023) zullen naar verwachting voor een deel gefinancierd worden door het aantrekken van leningen en door de inzet van eigen middelen;
  • Voor de grondexploitatie, investeringen van de renovatie, de uitgeleende woningbouwleningen en de lening u/g aan BV Ontwikkelbedrijf Greenport Venlo is projectfinanciering aangetrokken en zijn derhalve uitgezonderd voor de renteomslagberekening.

MUIP 2021-2024
Extra middelen voor bestaand beleid en uitvoering van wettelijke verplichtingen zijn bij de kadernota 2021 ingebracht via het MUIP (Meerjaren Uitgaven- en Investeringsplan). Door vaststelling van de kadernota 2021 zijn de MUIP voorstellen richtinggevend toegewezen. Deze voorstellen zijn inhoudelijk en financieel verwerkt in de voorliggende begroting. De jaarschijf 2021 is ‘functioneel’ opgenomen. De jaarschijven 2022 tot en met 2024 zijn via een stelpost verwerkt omdat deze richtinggevend blijven, zie ook paragraaf J Taakstellingen en reserveringen.
De financiële gevolgen van het MUIP zijn:

Lasten Muip
(x € 1.000)

Investering 2021

Investering 2022-2024

2021

2022

2023

2024

Programma 1 Leven

2.273

490

 201 

213

211

189

Programma 2 Wonen

0

0

380

132

83

83

Programma 3 Werken

2.047

7.486

742

711

606

404

Programma 4 Besturen

158

0

807

513

38

39

Totaal

4.478

7.976

1.162

1.068

1.058

1.161

+/+ zijn lasten; -/- zijn baten

Algemene uitkering / Gemeentefonds
De groei van het gemeentefonds is gekoppeld aan de ontwikkeling van de rijksuitgaven. Deze systematiek wordt ook wel ‘samen trap op / samen trap af’ genoemd. De ramingen voor het gemeentefonds in deze begroting zijn gebaseerd op de meicirculaire 2020. Over de gevolgen van de meicirculaire 2020 is uw raad via een raadsinformatiebrief op de hoogte gesteld.

De septembercirculaire 2020 is op het moment van versturen van deze begroting nog niet ontvangen. Zodra de informatie uit de circulaire is doorgenomen en financieel vertaald, zullen we u met een raadsinformatiebrief over de hierin opgenomen ontwikkelingen op de hoogte brengen.

Deze pagina is gebouwd op 12/02/2020 18:33:56 met de export van 12/02/2020 18:17:03