Programmabegroting 2021

Paragrafen

Paragraaf D. Financiering

In de Wet fido zijn een kasgeldlimiet (korte schuld) en een renterisiconorm (lange schuld) opgenomen ten einde de invloed van (externe) rentewijzigingen op de financiële resultaten te beperken.

Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet is de norm voor het maximum bedrag waarbinnen de gemeente haar bedrijfs-voering met kortlopende gelden (met een rentetypische looptijd tot 1 jaar) mag financieren en bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal
Indien in drie achtereenvolgende kwartalen de kasgeldlimiet overschreden zou worden dient de gemeente de drie betreffende kwartaalrapportages aan de toezichthouder toe te zenden, met daarbij een plan om weer te voldoen aan de kasgeldlimiet.  

De kasgeldlimiet is in de laatste twee kwartalen van 2019 en in de eerste twee kwartalen van 2020 alleen in het eerste kwartaal van 2020 gering overschreden.
Dit betekent dat geen overmatig risico is gelopen op korte financieringen.

Uit het onderstaande overzicht volgt de kasgeldlimietberekening voor het jaar 2021. Op verzoek van de provincie Limburg is tevens de kasgeldlimiet derde kwartaal 2019 tot en met het tweede kwartaal 2020 opgenomen.

Renterisiconorm

De renterisiconorm heeft tot doel het beheersen van renterisico’s op de vaste schuld door o.a. het aanbrengen van spreiding in de looptijden in de leningenportefeuille en daardoor een stabiele rentelast te bewerkstelligen. In overeenstemming met de Wet fido wordt het renterisico in onderstaand overzicht voor de komende 4 jaar bepaald, terwijl de renterisiconorm alleen betrekking heeft op het totaal van de begroting van het komende jaar:

De conclusie is dat de renterisiconorm niet wordt overschreden. Er wordt geen renterisico gelopen.

Kredietrisico

Kredietrisico op leningen en beleggingen

In het onderstaand overzicht zijn de leningen verwerkt die door de gemeente zijn verstrekt en de beleggingen. Voor wat betreft de beleggingen is gehandeld in overeenstemming met de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden, ook wel Ruddo genoemd.

Staatsleningen

Als gevolg van het in 2013 ingevoerde verplichte schatkistbankieren lopen de beleggingen elk jaar af omdat ze alleen nog mogen worden herbelegd in het kader van de publieke taak. Het merendeel

van de resterende beleggingen € 500.000 lopen af in 2025.

Overige toegestane instellingen

Onder de Overige toegestane instellingen is een lening u/g ad € 5,25 miljoen aan BV Ontwikkel-bedrijf Greenport Venlo opgenomen.

Kredietrisico op garanties

Garanties kunnen op twee manieren voor komen:

1.     Directe garanties.
2.     Achtervang.

Ad 1. Bij directe garanties staat de gemeente tegenover geldgevers borg voor de betaling van rente en aflossing op langlopende geldleningen die zijn aangetrokken door lokale organisaties, instellingen of verenigingen die veelal activiteiten verzorgen welke in het verlengde liggen van de gemeentelijke publieke taak.
In 2017 heeft de gemeente zich garant gesteld voor de terugbetaling van een 2-tal leningen aan Glasweb Venray. Voor één lening wordt, om te voldoen aan marktconformiteit, een z.g. safe-harbourpremie (opslagrente) in rekening gebracht. Ten einde het risico op een eventueel verlies op deze garantstelling terug te brengen wordt de ontvangen premie niet ten gunste van de exploitatie gebracht maar toegevoegd aan de bestemmingsreserve Garantstelling lening GWV grijs-zwart BV.

Ad 2. Achtervang betekent dat de gemeente, al dan niet samen met het Rijk, een rol speelt binnen de zekerheidsstructuur van een waarborgfonds, bijvoorbeeld de Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Door deze structuur kunnen instellingen die bij een waarborgfonds zijn aangesloten tegen de laagste rente lenen. Mede vanwege de strenge toetsingscriteria en periodieke toetsing door het fonds, maar ook door de Autoriteit Woningcorporaties, loopt de gemeente Venray hierbij een veel lager risico dan bij directe borgstellingen.

Gemeente Venray staat voor € 70 miljoen (incl. budget t/m 2020 € 5 mln.) garant voor leningen die zijn aangegaan door Wonen Limburg. Het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) houdt namens het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties toezicht op het financiële reilen en zeilen van woningcorporaties. Het financiële toezicht valt onder de Autoriteit Woningcorporaties (AW). Deze AW doet risicogericht onderzoek op een zestal toezichtterreinen, die van invloed zijn op de financiële continuïteit.

Voor wat betreft de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) namen het Rijk en de gemeente tot en met 2010 een achtervangpositie in van elk 50%; voor Venray betekent dit dat voor een bedrag van € 96 miljoen garant wordt gestaan. Vanaf 2011 neemt het Rijk de achtervang voor 100% voor haar rekening voor garanties afgegeven vanaf 1 januari 2011. De achtervangpositie van gemeenten voor bestaande NHG hypotheken blijft bestaan. Tot en met medio 2019 is de gemeente Venray niet aangesproken voor verliezen.

Het totaalbedrag dat door de gemeente via garantstellingen is gewaarborgd bedraagt per eind 2020 naar verwachting rond € 183 miljoen en is naar soort als volgt onderverdeeld:

Deze pagina is gebouwd op 12/02/2020 18:33:56 met de export van 12/02/2020 18:17:03